Review behandeling NEN: vooruitgang in diagnostisering en behandeling
De zorg voor patiënten met neuro-endocriene neoplasie (NEN) is de afgelopen 15 jaar aanzienlijk verbeterd. Dat stellen onderzoekers in Endocrine Reviews. Ontwikkelingen in de behandelmogelijkheden en de diagnostisering zorgen ervoor dat er steeds vaker een op maat gesneden therapie voor elke individuele patiënt kan worden gerealiseerd.
Hans Hofland en Wouter de Herder (beiden verbonden aan het Erasmus MC) presenteren samen met Gregory Kaltsas een uitgebreid overzicht van de belangrijke stappen die er gezet zijn in de behandeling van NEN. Dankzij onder meer betere classificatie van tumor subtypes, PET beeldvormingstechnieken en gerichte therapie is de behandeling verbeterd. Ook een beter begrip van onderliggende moleculaire mechanismen van NEN draagt hier aan bij.
Wat betreft het huidige beleid stellen de onderzoekers dat nieuwe NEN-patiënten uitgebreid op de aanwezigheid van een functioneel hormonaal syndroom moeten worden getest. Als dit aanwezig is kunnen sensitieve biomarkers en specifieke therapie de behandeling verbeteren. Ook wijzen de onderzoekers op de belangrijke rol van histologisch onderzoek bij verdenking op NEN. Dit is cruciaal voor bevestiging van de diagnose en voor de classificatie in goede of slechte differentiatie. Functionele beeldvorming met 68Gallium-gelabelde somatostatine analogen en 18F-FDG PET tracers zorgen tegenwoordig voor betere stadiëring en prognosticering van NEN.
Voor de behandeling van meerdere hormonale syndromen die geassocieerd zijn met NEN geldt dat langwerkende somatostatine-analogen de voorkeur hebben als eerstelijns behandeloptie. Deze middelen kunnen ook dienen om de groei van goed gedifferentieerde niet reseceerbare of metastatische gastro-enteropancreatische tumoren te controleren. Meerdere nieuwe middelen tonen bovendien in trials effect op hormonale en antiproliferatieve controle. Dit zorgt voor uitbreiding van de behandelopties en vergroot de kans op op maat gesneden therapie voor elke individuele patiënt. In het algemeen blijft gelden dat NEN een zeldzame aandoening vormt, die het best behandeld kan worden binnen multidisciplinaire teams in een gespecialiseerde setting.
SOM-NL-000209